« April 2010 |
Main
| June 2010 »
[cd, Indies Scope]
Uit Tsjechië komt nog steeds heel veel genietbare en vooral uiterst originele muziek. Dit komt mede door het lang officieel verstoken te zijn geweest van de Westerse invloeden. Na het openstellen van de grenzen zijn de muzikanten aldaar op eigenzinnige wijze hun muziek blijven maken. Dat kan zich uiten in Keltische muziek met een Tsjechisch randje of rock met folkinvloeden en ga zo maar door. De muziek uit dat land is als tapas: het komt officieel uit één land, maar de ingrediënten zijn universeel. In dat licht past de band BraAgas daar prima tussen. Met hun alweer derde cd Tapas gaan ze door waar ze eerder al hoge ogen mee gooien, namelijk wereldmuziek maken met dikwijls Middeleeuwse invloeden. Deze groep, bestaande uit 4 vrouwen, brengt een mix van (veel) Spaanse, Servische, Bulgaarse, Zweedse, Finse, Italiaanse en roma muziek. Daarbij schuwen ze het niet af en toe ver het verleden in te duiken of er een meer Oosterse draai aan te geven. De vier zangeressen begeleiden hun muziek op sitar, gitaar, doedelzak, shawm (voorloper hobo), viool, fluiten, chalumeau en uiteenlopende percussie instrumenten als darbuka, riq, cajon en davul. Daarnaast doen er nog negen gasten mee op onder meer contrabas, piano, elektronica, Bulgaarse gajda (Bulgaarse doedelzak), tamboerijn, viool, accordeon, fluit en zang. Een lange opsomming, maar ik vind het gebruikte instrumentarium voor dit soort muziek van groot belang. De variatie toont in dit geval ook aan dat de term tapas zeker op hen van toepassing is. De associaties lopen uiteen van de Gipsy Kings, Värtinnä, Hedningarna en Daniele Sepe tot aan Farmers Market, Le Mystère Des Voix Bulgares, Eva Quartet en Dead Can Dance. De melancholische ondertoon op het album gaat hand in hand met frivool instrumentgebruik en uptempo ritmes, waardoor er een lekker opgeruimd zomers sfeertje ontstaat. Een bijzonder goed bereide en smakelijk wereldhap.
MP3’s:
Tapas (album)door Jan Willem Broek
[cd, Type/Konkurrent/Boomkat]
Het innovatieve Root Strata label, dat gerund wordt door Tarentel leden, mag de eerste twee albums (cd-r’s) van The Alps uitbrengen. Het album erna, simpelweg III geheten, verschijnt op het kwaliteitslabel Type. Dit trio uit San Francisco bestaat uit Jefre Cantu-Ledesma (Tarentel), Alexis Georgopoulos (Tussle, Arp) en Scott Hewicker (Troll). Samen creëren ze een psychedelisch en Europees georiënteerd mengsel van krautrock, folk, soundcapes en experimenten dat meestal een filmisch resultaat oplevert. Op hun vierde cd Le Voyage perfectioneren ze dat alles en maken ze inderdaad een soort soundtrack voor een reis. Die reis start ergens in de jaren 70 met psychedelica en krautrock en eindigt ergens in de tijd dat ruimtereizen alledaags zijn. Het geluid is iets concreter geworden en weet daardoor ook meer te intrigeren. De cd opent nog voorzichtig met een folkachtig nummer, maar duikt daarna de mysterieuze diepte in en grijpt je bij de lurven om niet meer los te laten. Ze maken naast hun instrumentale inbreng met (akoestische) gitaren, piano, percussie, klokkenspel en piano gebruik van samples, tape collages, plunderphonics, veldopnames, elektronica en andere gevonden geluiden. Ze gaan er alle kanten mee uit, passend binnen bovenstaande genres, spelen met ritmes en smeden het aaneen tot een consistent geheel. Een roadmovie door tijd en genres. Ze incorporeren invloeden van Ennio Morricone, Serge Gainsbourg, Alejandro Jordorowsky, Jean-Claude Vannier en Luc Ferrari in hun geluid naast die van Popol Vuh, Rameses III, Pink Floyd, Faust en Tape. Toegankelijk is niet het juiste woord, maar ze zijn beter te volgen en nemen je ook meer bij de hand. Het melancholisch, mysterieuze en breekbare eindresultaat zorgt ervoor dat je een hallucinerende en bovenal fascinerende trip doormaakt. Dit is het allerbeste en mooiste van de groep tot nu toe. Subliem!
Luister Online:
Le Voyage (album)door Jan Willem Broek
[12”, Leaf/Konkurrent]
Het bijzondere Zweedse duo Wildbirds & Peacedrums keert terug met twee 12”-es, die uiteindelijk gebundeld gaan worden op de dubbel-cd Rivers. Deel één bestaat uit de 12” Retina. Op hun twee vorige releases maken de robuuste, soms bijna lompe percussie van Andreas Werliin en de imponerende zangkunsten van Mariam Wallentin de dienst uit. Mariam houdt daar het midden tussen Siouxsie, PJ Harvey, Nico, CocoRosie, Gry, Laurie Anderson, Lykke Li en Bessie Smith. Nu richt het tweetal zich meer op koorzang, waarbij de muziek ook een meer klassieke kant opgaat en afwijkt van de eerder ingeslagen weg vol folk, blues, rock, experimentele muziek en pop. Ze maken op dit album dan ook gebruik van de Schola Cantorum Reykjavík Chamber Choir, eerder al te horen op Björk’s Medulla, en van de arrangementen van Hildur Guðnadóttir. De Bedroom Community leden Ben Frost en Valgeir Sigurðsson zorgen daarbij voor de productie. De vijf nummers of beter composities die ze hier ten gehore brengen zijn van een uitzonderlijke klasse. De haast sacrale muziek is van een onaardse schoonheid. Een extrapolatie van hetgeen altijd al besloten heeft gelegen in hun unieke sound. Het klinkt nu als een mix van de laatste The Knife in combinatie met Michael Nyman, Nicholas Lens, Henryk Górecki en alles van wat ze hiervoor hebben laten horen. Wildbirds & Peacedrums is een band om scherp op het netvlies te houden. Prachtig!
Luister Online bij Myspace:
Fight For Medoor Jan Willem Broek
[cd, White Whale Records/Five Roses]
Onlangs heb ik nog woorden gewijd aan de geweldige Canadese band Octoberman. Canada is de laatste jaren een constante leverancier als het gaat om beklijvende gitaaracts, ongeacht het genre eigenlijk. Marc Morrissette van Octoberman is nu ook terug te vinden op de nieuwe cd van The Mohawk Lodge. Dit project van zanger/gitarist Ryder Havdale, die een heerlijk getourmenteerd stemgeluid laat horen, laat op de tweede cd Wildfires een lekkere rocksound horen die menig melancholicus wel zal behagen. Ze zijn na het debuut Rare Birds uit het kampvuursfeertje gestapt om een ware rocksound te produceren. Naast de vaste leden op drums, gitaren en bas zijn het ook de gasten uit Wolf Parade, Ghost House, Great Aunt Ida, Bells Changing en dus Octoberman die dit album naar een hoger niveau tillen. Ze leggen een bijzonder geluid aan de dag dat het midden houdt tussen altcountry, Americana, alternatieve rock, folk, lo-fi en indie rock. De meeste nummers zijn redelijk uptempo, terwijl de sfeer toch behoorlijk melancholisch te noemen is. De band moet het niet hebben van excentrieke zaken, maar vooral van de gewone, aardse dingen erg goed neerzetten. Dat levert een pakkende en melodische mix op van Pavement, Smog, Coldplay, Idaho, Bonnie ‘Prince’ Billy, Tapes ’N Tapes en Wovenhand met troubadour Ryan als meeslepend middelpunt. Het kampvuur in de band is nog niet gedoofd maar het is allemaal iets minder intiem en meer geschikt voor een breder publiek. De horde van de moeilijke tweede plaat wordt hier ogenschijnlijk gemakkelijk en met grote sprongen vooruit genomen. Klasse!
Luister Online bij Myspace:
Wear ‘Em Out / Everybody’s On Fire / Calm Down / Timberdoor Jan Willem Broek
[cd, Asthmatic Kitty/Konkurrent]
Soms bestaat het gevaar dat je te lang blijft hangen op één plaat. DM Stith, ofwel David Michael Stith, trakteert ons eind 2008 op de geweldige mini Curtain Speech als voorproefje op zijn dan nog in 2009 te verschijnen Heavy Ghost. Dat blijkt een ware voltreffer. David, voorheen nog hand- en spandiensten verrichtend voor onder andere My Brightest Diamond, blijkt een enorm talent en maakt muziek waarin klassieke piano-, strijk- en gitaarpartijen terugkomen naast zijn hoge, etherische zang. Het is overweldigende en innemende pop met rock- en klassieke elementen, maar dan op een spookachtige, surrealistische en mysterieuze manier gebracht. Het is zeer melancholisch, zonder dat je er neerslachtig van wordt. Je moet denken aan een mix van Antony And The Johnsons, Patrick Watson, Henryk Górecki, Philip Glass, Nick Drake en Megafaun. Nu presenteert hij zijn dubbel-cd Heavy Ghost Appendices, die door de titel vooral weer lijkt te putten uit het succes van zijn debuut. Gelukkig brengt hij zoveel meer. Het is een verzameling van demo’s, herbewerkingen, alternatieve versies, covers, drie nieuwe nummers en remixen. Op de eerste schijf zijn het vooral de eerste vijf genoemde categorieën. De demo’s zijn aardig, de herbewerkingen en alternatieve versies soms sensationeel, maar het zijn vooral de covers van Diane Cluck, David Byrne, Randy Newman en Ronettes die de extra’s brengen. Zijn falsetstem is bijzonder fraai en kan volgens mij zelfs “Boer wat zeg je van mijn kippen” naar een hoger niveau brengen. Op de tweede cd overheersen vooral de remixen van onder meer Ensemble, Michna, Clark, Carlosaur, Rafter en Bibio. Deze zorgen dat de tweede cd ook totaal anders is dan de eerste, maar tonen ook aan dat zijn nummers ook uitstekend gedijen in een meer elektronische of welke andere omgeving dan ook. DM Stith is een grootheid aan het worden die het ook zonder aanhangsels wel gaat redden. Toch is deze dubbelaar van meer dan toegevoegde waarde. Op naar het volgende nieuwe en grootse werk!
Luister DM Stith Online bij Myspace:
Pity Dance / Be My Babydoor Jan Willem Broek
[cd, Jagjaguwar/Konkurrent]
Er zijn van die projecten die een cd afleveren waarbij je jezelf meteen afvraagt of ze ooit nog zo’n plaat kunnen maken. Een plaat die zo anders is dan wat je normaal voorgeschoteld krijgt, dat je er ook niet heel goed raad mee weet. Het zit op het randje, maar net op dat ene album komen ze er mee weg. Er is dan ook “iets” dat het album Relayted van Gayngs waanzinnig intrigerend maakt. Programmeur en producent Ryan Olson heeft voor zijn project maar liefst 25 muzikanten bij elkaar getrommeld, afkomstig uit bands als Bon Iver (Justin Vernon zelf), Solid Gold, Megafaun, The Rosebuds, Andrew Bird, Leisure Birds, Lookbook en meer. Ryan wil heel graag een popplaat maken met veel synthesizers en keyboards in een gelikte pyjamaversie. Als voorbeeld dient “I’m Not In Love” van 10cc. Voor iedereen die deze band slechts als vermakelijke popmachine ziet, ze hebben werkelijk geniale dingen gedaan met opnames van vele stemmen en bijzondere technieken, hetgeen meer genietbare nummers opgeleverd dan de gemiddelde luisteraar vermoedt. Datzelfde proces vindt nu weer plaats bij Relayted. Alle songs worden op 69-bpm opgenomen en in een gedrogeerde toestand aan de luisteraar aangeboden. Op het eerste gehoor is dat heel glad, maar er zit een extra factor in de nummers die het mysterieus, boeiend en ongelooflijk interessant maakt. De opener bevat een R&B-achtige croon die je zo aan een kruising van Bones Thugs-N-Harmony en George Michael doen denken, alleen dan met een magisch randje. En dat wordt de nummers erna ook niet anders. Ze zijn absoluut schatplichtig aan 10cc, wat alleen al blijkt uit de Godley & Creme (ook uit 10cc) cover “Cry”, maar dan vrij van echte popmuziek. Er is ook een video (zie onder) van “Cry”, met wederom die van gezicht veranderende beelden, waarin zowaar Kevin Godley acte de présence geeft. Maar het klinkt nergens gedateerd, wat mede door de moderne en bevreemdende benadering komt die ook wel eens doet denken aan die van Yello. De muziek is verder ook behoorlijk trippy, spacy en funky waardoor ook Portishead, Air en Prince als referenties aangevoerd mogen worden. De melodieën zijn jagend, pakkend en van een heerlijke dromerigheid. Tel daar de kwaliteiten van de diverse muzikanten, met name de uitstekende zang, en invloeden van onder meer Bon Iver bij op en je hebt een uiterst bijzonder werk in handen, waarvan je niet weet of dit een toevalstreffer of een gericht schot in de roos is. Maakt allemaal niet uit, want dit album zorgt voor een meeslepende, nostalgische en unieke luistertrip die je sprakeloos achterlaat.
MP3’s:
The Gaudy Side Of TownFaded HighClip:
Crydoor Jan Willem Broek
[cd, Web Of Mimicry/Konkurrent]
En daar zal je Book Of Souls hebben die al sinds 2004 of zo aangekondigd staat. O nee, weer niet. De Secret Chiefs 3 brengen nog wel releases uit, maar de echte opvolger van Book Of Horizons is er nog steeds niet. Die komt nu deze herfst, al zou ik er geen gif op in durven nemen. Het gezelschap rond saz- en basspeler Trey Spruance (Mr. Bungle, Faith No More, Faxed Head) komt nu met Satellite Supersonic Vol 1 (deel 2 komt in de Pruimentijd denk ik), waarop ze de vinylsingles uitgebracht onder de aliassen UR, Ishraqiyun en Electromagnetic Azoth bundelen samen met een “mystery bonus track” (ofwel het nummer “The Secret Mausoleum Of Mankind: Fetish Miniatures Of The Suicided Races”, ooit verschenen op en compilatie bij het Bananafish blad). Nu doen de Secret Chiefs 3 zelden iets zo maar. Oorspronkelijk zou dit een veredeld touralbum worden, maar er zijn toch een aantal studiosessies mee gepaard gegaan om een deel van de originelen digitaal in licht bewerkte of verlengde versie te presenteren. Daarnaast vind je er 2 niet eerder uitgebrachte nummers en een origineel van een UR single. Het is daarmee wel een prettige doorsnede door het werk van SC3 geworden. En voor degenen die nog niet bekend zijn met het geluid kunnen zich opmaken voor een mystieke en soms ongrijpbare mix van surf, filmmuziek, Oosterse muziek, metal, klassiek en alternatieve rock gefabriceerd met zowel Westerse (viool, drums, bas, piano, gitaar, synthesizers) als Oosterse (saz, saranghi, tabla) instrumenten. Voor de fan, of je nu de singles al hebt of niet, is deze verzameling ook door de andere versies meer dan genietbaar. Het blijft per slot van rekening een unieke en bovenal geweldige band.
Luister Online bij Myspace:
Satellite Supersonic Vol 1 (preview)door Jan Willem Broek
[cd, Erased Tapes/Konkurrent]
De IJslandse componist Ólafur Arnalds maakt deel uit van een nieuwe, jonge garde neoklassieke componisten waar je ook Max Richter, Peter Broderick, Jóhann Jóhannsson, Daníel Bjarnason, Valgeir Sigurðsson, Richard Skelton, Dustin O’Halloran, Sylvain Chauveau, Greg Haines en Nico Muhly toe mag rekenen. De 23-jarige Arnalds heeft veel kleine, maar zeer rake tikken uitgedeeld met zijn 3 mini cd’s, zoals eerder dit jaar nog met het prachtige Dyad 1909. Daarnaast heeft hij één volledig album op zijn naam staan. Zijn muziek is meestal een mengelmoes van klassiek en (soms heftige) elektronica, terwijl de sfeer vaak melancholisch en filmisch is. Hij vertoont op zijn eigenzinnige wijze ook wel raakvlakken met al de genoemde artiesten. Nu presenteert hij zijn tweede album ...And They Have Escaped The Weight Of Darkness. Hierop staan 9 composities van zijn hand die hij zelf invult met piano, keyboards en overige elektronica. De rest wordt uitgevoerd door 3 violisten, een altviolist, 2 cellisten, een drummer, een bassist, een zangeres, een hoornspeler en een trombonist. Niet eerder heeft hij zoveel mensen laten opdraven om zijn excentrieke muziek in te kleuren, maar zijn composities komen dan ook nog beter uit de verf in een meer klassieke setting. De eerste vijf stukken op de cd bevatten rustieke, vrij sobere, desolate en uiterst droefgeestige neoklassiek maar kennen wel steeds een fantastische climax die oprecht emotioneel overweldigend vormen aanneemt zonder ooit naar het pathetische te neigen. De korte uitbarstingen worden dikwijls ondersteund met stevige drumpartijen. In feite is het een soort postrock dat op klassieke wijze ingekleurd wordt. Het zesde stuk, waar naast de drums ook de gitaren even aanzwellen en er een kwelende zangeres is te horen, vormt samen met het zevende voor de heftigste momenten op het album. Alle stukken gaan door merg en been en zijn zo ontzettend mooi en gevoelig. Elke pianoklank en het geluid van de strijkers zijn zo raak dat het haast pijn doet en je werkelijk tot tranen weet te roeren. Hoe kan zo’n jonge muzikant tot zulke grote dingen in staat zijn? Arnalds doet het in elk geval met dit overrompelende meesterwerk.
Luister Online: ...And They Have Escaped The Weight Of Darkness (album) (klik op de Romeinse cijfers onderin)
door Jan Willem Broek
[cd, We Are Free/Konkurrent]
Twee jaar geleden heb ik over Indian Jewelry al iets geroepen als “zo wazig en experimenteel dat ze er haast weer toegankelijk van worden.” De band geniet een ware cultstatus mede door de vele niet al te toegankelijke incarnaties, zoals Swarm of Angels, Turquoise Diamonds, Japanix, the Corpes of Waco, The Perpetual War Party Band en NTX+Electric. Hun vorige cd Free Gold! van het toenmalige drietal is al een stap naar meer toegankelijke muziek, zonder dat je ze echt kunt vastpinnen. Ze bevinden zich daar op gruizige en mysterieuze wijze in het midden van bands als Suicide, The Jesus & Mary Chain, Spacemen 3, Bardo Pond, Sonic Youth, Wooden Shjips, Chrome en Grouper. Een verrassend album dat het grote publiek nog niet echt weet te vinden. Nu is er het nieuwe, vierde album Totaled, waar ze uitgegroeid zijn tot een zeskoppige formatie. Het geluid kruipt weer een stapje dichterbij de bovengrond, maar gelukkig op dusdanige wijze dat ze nergens aan bijzonderheid inboeten. Ze zetten hun zang, gitaren, synthesizers, bassen en drums in om een psychedelische mix van noise, drones, elektro, avant-garde, rock, wave, soundscapes en alternatieve pop neer te zetten. Het blijft een getouwtrek tussen de verschillende genres, waardoor er een mysterieus en bevreemdend tintje aan hun muziek blijft kleven. Alleen klinkt alles nu consistenter en is het wat gemakkelijker te volgen. Ze zijn eigenlijk steeds bezig genres af te fakkelen en dan weer opnieuw op te bouwen. Je moet denken aan een moderne mengelmoes van Joy Division, Bauhaus, Soundpool, Warpaint, The Cure, We Fell To Earth, Suicide en The Butthole Surfers. Indian Jewelry weet weer op zeer overtuigende wijze te verrassen in de buitencategorie.
MP3’s:
OceansExcessive Moonlightdoor Jan Willem Broek
[cd-r/ gratis download, Narrominded]
Je mag zo langzamerhand toch wel concluderen dat Narrominded één van de meest avontuurlijke en veelzijdige labels van Nederland is. Elke keer zorgen ze voor verrassende muziek, meestal van hoge kwaliteit en puttend uit een breed scala aan artiesten en genres. Oprichters Lars Meijer en Coen Polack hebben er ook diverse projecten, waaronder Living Ornaments. Hun cd’s hebben meestal erg geestige tracktitels. Daarom heb ik een lichte verdenking in hun richting dat ze achter het ietwat mysterieuze project Het Fukking Licht zitten. Ik kan me zo voorstellen dat je een studio huurt die aardedonker is en waar je de lichtknop na een kwartier nog niet hebt kunnen vinden, je vanzelf op deze bandnaam komt. Hoe dan ook kan ik een brede grijns niet onderdrukken. En wat te denken van de titel van het album Kutplaneet? De hilarische 3 tracktitels “Borstroffelfactor”, “Stichting Vikingbehoud” en “Flutheelal” maken het feest compleet. Ha! Ik heb er zonder te luisteren al zin in en vind het nu al goed. De release van 35 minuten bevat 3 lange soundscapes gemaakt door twee nader te identificeren multi-instrumentalisten die elkaar tijdens de opnamesessies verrassen met de meegenomen apparatuur en instrumenten. Dit levert spontaan geluid op, dat ze overigens knap in banen weten te leiden. Je hoort werkelijk van alles binnen de drone-achtige klanklandschappen; van uiteenlopende elektronische geluiden, spookachtige stemgeluiden, percussie instrumenten, subtiele noise, ambient, Oosterse klanken en andere “found sounds”. Het elektro-akoestische geheel kraakt, piept, schuurt, aait, omarmt en weet bovenal te biologeren met aangename improvisaties. Hun releases komen in een gelimiteerde oplages van priemgetallen (29 in dit geval) uit en zijn verder gratis te downloaden. Als je Celer, Klangwart, Living Ornaments, Coen Polack en Gilles Gobeil door een blender haalt kom je aardig in de buurt van hun sublieme, vrije geluid vol met het betere gepiel. Geweldige kutplaat!
Download:
Kutplaneetdoor Jan Willem Broek