« May 2010 |
Main
| July 2010 »
[cd, Rune Grammofon/Konkurrent]
Een naam om goed in de gaten te houden is die van gitarist Stian Westerhus. Niet alleen solo laat hij regelmatig op uitstekende wijze van zich horen, maar hij is (of was) eveneens terug te vinden in groepen als Jaga Jazzist, Monolithic, Nils Petter Molvær Group, Bladed, Khan en nog een aantal. Hij maakt tevens deel uit van het trio Puma, dat hij deelt met drummer Gard Nilssen (Bushman’s Revenge, Lord Kelvin, Zanussi 5, Cortex, Team Hegdal, Bullet, Lars Horntveth, Humvee, Susanne Sundfør) en elektronicaspecialist Øystein Moen (Jaga Jazzist). Een zogeheten supergroep, hetgeen alleen al onderstreept wordt door het feit dat ze nu op Rune Grammofon label terecht zijn gekomen. Half Nelson Courtship is de derde cd van het bijzondere drietal, maar de eerste op het label, en ook meteen de meest interessante. Voorheen worden ze terecht nog wel eens de jonge neefjes van Supersilent genoemd, ondanks de kwaliteiten die ze echt wel in huis hebben. Op het nieuwe album weten ze zich bevrijd van die titel, doordat ze meer dan ooit hun eigen koers varen. Het geluid is nadrukkelijker, wat harder, spannender en de improvisaties zijn gewoonweg beter. Hierdoor weten ze je meer dan ooit te kluisteren aan de speakers. Fraai is ook hoe ze vanuit bijna benarde maar uiterst intrigerende improvisaties kunnen overschakelen naar de bevrijdende eruptie. Binnen die improvisaties hoor je elementen van jazz, noise, rock, ambient, avant-garde en experimentele muziek. Bijzonder sterk is de slottrack “Hachioji Silk Blues” waar een soort Sigur Rós klanken met veel dramatiek op de achtergrond klinken, terwijl Stian er met zijn gitaar geweldig overheen zit te improviseren. Verder houdt de muziek zich ergens op tussen William Hooker, Sonic Youth, Supersilent, MoHa!, King Crimson en Loren Mazzacane Connors. Ja, Rune Grammofon is weer een gigant rijker. Van dit dynamische trio gaan we hopelijk in de toekomst nog veel meer van horen.
Luister Online bij Myspace:
Inamorati Osculatidoor Jan Willem Broek
[cd, Aagoo/Cargo]
De opmars van de Fransman Philippe Petit als artiest lijkt niet te stuiten. Eerst runt hij jarenlang het noise label Pandemonium en vervolgens het prestigieuze elektronicalabel BiP_Hop. Tegelijkertijd is hij een graag geziene DJ, recensent en radiopresentator. In 2007 start hij dan als muzikant in de supergroep Strings Of Consciousness en werkt hij vervolgens samen met uiteenlopende artiesten als Lydia Lunch, Foetus, Cosey Fanni Tutti, My Brightest Diamond, Graham Lewis, Barry Adamson, Scanner, Simon Fisher Turner, Justin Broadrick en veel meer. Vorig jaar is een druk jaar, want er verschijnen maar liefst 3 cd’s met zijn naam erop. Allereerst Henry: The Iron Man, de door hem gedroomde industrieel avant-gardistische soundtrack voor “Eraserhead”. Bevriende artiesten vanuit de hele wereld hebben delen hiervan verwerkt wat de eerste Philippe Petit & Friends cd (Reciprocess: +/vs.) oplevert, die je overigens vaak gratis ontvangt bij de aanschaf van de eerstgenoemde cd. Daarnaast verschijnt de zeer duistere cd Fiends With A Face, die hij samen met James Johnston (Gallon Drunk, Bad Seeds, Faust) heeft gemaakt. Eerder dit jaar verschijnt van het samenwerkingsproject met K11/Pietro Riparbelli de gitzwarte industrial cd The Haunting Triptych en tevens de tweede Philippe Petit & Friends cd Silk-Screened, waarbij hij daadwerkelijk samenwerkt met zijn gasten en dat het geen veredeld remix project is geworden. Onder meer trompettist Andy Diagram (James, Pere Ubu, Pale Fountains, Frank Black,The Spaceheads), gitarist Hervé Vincenti (Strings Of Consciousness, Foern-Set, Luc Ferrari) en celliste Bela Emerson geven daar acte de presènce. Samen met Petit maken ze muziek die het midden houdt tussen jazz, kamerrock, postrock, klassiek, avant-garde en filmmuziek. Elke project waar Petit aan begint klinkt anders, hetgeen hij ook nastreeft. Wel is het allemaal van grote klasse. Nu is er al de derde Philippe Petit & Friends cd A Scent Of Garambrosia. Naast de 3 genoemde artiesten hierboven, blijkbaar puilt zijn telefoonboek uit van de musici, zijn ook harpiste Raphaelle Rinaudo (Strings Of Consciousness), tubaspeler Tom Heasley, cellist Fred Lonberg-Holm (The Flying Luttenbachers, Valentine Trio, Lightbox Orchestra, Vandermark 5), violist James Johnston, violiste Maria Grigoryeva, celliste Helena Espvall (Espers, Fursaxa), violist Alexander Bruck (National Mexican Orchestra) en percussionist Richard Harrison (Nico, Stockhausen & Walkman, Red Krayola, Spaceheads) te horen. Zonder gehoord te hebben is het al indrukwekkend te noemen. Opvallend is dat hij gebruik maakt van veel strijkmuzikanten. Petit wil met zijn medewerkers de grenzen van de moderne cinema verder verkennen met hedendaagse muziek, iets dat hij met zijn eerste album en met die van James Johnston ook al heeft gedaan. Met meerdere films in het achterhoofd begint hij met componeren of beter gezegd start hij zijn ontdekkingstocht. Hij begint bij Twin Peaks van David Lynch, een groot voorbeeld voor Petit. Hierin wordt het woord “Garmonbozia” omschreven als “pijn en lijden dat geconsumeerd wordt”. Daarnaast heb je ambrosia, voedsel voor de Goden. Petit heeft die twee woorden verlijmt tot “garambrosia”, waarmee ik alleen maar wil zeggen dat hij telkens tracht zijn eigen werkelijkheid te scheppen met stukken bestaande realiteit. In dit geval is dat een neoklassieke, thrillerachtige setting waar ook elementen van avant-garde, jazz, folk en experimentele muziek te vinden zijn, waarbij hijzelf gewapend is met veldopnames, elektronica, elektro-akoestische bewerkingen en draaitafels. Het is bloedstollend, zowel door de continue spanning als de intrigerende schoonheid die van de stukken uitgaat. Je moet daarbij denken aan een caleidoscopische mix van Balanescu Quartet, Kammerflimmer Kollektief, Bohren & Der Club Of Gore, Miles Davis, JG Thirlwell, Boxhead Ensemble, Set Fire To Flames, Kronos Quartet, Tape, Strings Of Consciousness, Ennio Morricone, Philip Jeck en natuurlijk David Lynch. Philippe Petit levert in korte tijd alweer een geniaal werk af!
Luister Online bij Myspace:
When A Seahorse Meets A Seafish… / Night Elves Jukebox / The Moon Womandoor Jan Willem Broek
[cd, Enraptured/Cargo]
Het sympathieke Britse label Enraptured label gaat al jaren mee en kenmerkt zich door een eigenzinnige koers met veel nostalgische Britse releases en is wars van trends. Hierdoor blijven ze waarschijnlijk ook fier overeind ten tijde van de recessie. Een band die daar zeker thuishoort is Junkboy. Deze bestaat uit de broers Mik en Rich Hanscomb, aangevuld met Ryan Oliver. Op hun vorige cd Three brengen ze een nostalgische kruisbestuiving van de indierock uit de jaren tachtig en negentig met elementen van new wave, shoegazer, pop, jazz, postrock, folk en altcountry. Zelf noemen ze dat “leftfield pop music for head, heart and soul” en gelijk hebben ze. De muziek wordt daar onder meer door 6 gasten fraai ingekleurd. Nu zijn ze terug met hun vierde album Koyo, hetgeen “zacht zonlicht” betekent en een eerbetoon is aan de levendige en steeds veranderende kleuren in de natuur en hun liefde voor Japan. Dit gloedvolle woord past ook prima bij hun vernieuwde sound. Als een opkomende zon brengen ze muziek die tegelijkertijd schoonheid en warmte in zich verenigt. Voorheen zijn ze nog wel ergens in te delen, nu integreren ze zoveel verschillende genres dat het lastiger wordt. Het is een teriyaki van indie, pop, singer-songwritermuziek, ambient, postrock, softnoise, Britse folk en wave met Japanse en licht psychedelische elementen. Ditmaal zijn het maar liefst 16 gastmuzikanten die de muziek mogen opfleuren met onder meer lapsteel, klarinet, zang, sax, viool, fluit, kornet, cello en trompet. Een sterke troef daarbij is de zachtaardige zang die wisselend door mannen en vrouwen ingevuld worden, waarvan één keer ook in het Japans. Het is één lange, hartverwarmende nostalgische trip onder een net rijzende zon, die alleen in de slottrack “Tones X” wat venijn toont. Ze komen met hun muziek ergens uit tussen Iron & Wine, Elliott Smith, Bert Jansch, Hood, Brian Wilson, Glowworm, Piano Magic, Greg Weeks, Brian Eno, Crosby Stills Nash & Young, Espers, Power Of Dreams, Epic45 en American Analog Set. Zonder twijfel hun allerbeste cd tot nu toe.
Luister Online bij Myspace:
Stendhal Syndromedoor Jan Willem Broek
[cds, Home Assembly Music/Cargo]
De fantastische Britse band Hood staat al een tijd in de koelkast, waardoor de diverse leden uit de groep hun handen vrij hebben om aan eigen projecten te werken. Richard Adams concentreert zich bijvoorbeeld op zijn prettige The Declining Winter, waarmee hij inmiddels al twee ijzersterke cd’s heeft gemaakt vol hybriden van postrock, neoklassiek, ambient, folk en experimentele elektronica. Nu brengt hij op het prestigieuze label Home Assembly Music zijn cd single Official World Cup Theme 2010 uit, iets dat je niet verwacht bij Adams. Maar gelukkig lijkt hij meer de zwanenzang van het voetbal te willen laten horen, dan een opgefokte voetbaltune. Zo’n tune die je kunt gebruiken als je van 0-0 tegen Italië speelt en dan verliest op penalty’s. Of als je een Brit bent en nu het Engelse team volgt, hoewel dat nog net goed lijkt te komen. Hij creëert met sterke strijkarrangementen, akoestische gitaarpartijen, percussie en zijn ijle zang een prachtig melancholisch en dromerig geheel. Postrock en neoklassiek hand in hand met lekkere percussiebeats om te eindigen in 2 ijzersterke songs. Of eigenlijk 3, want naast de gelijknamige titeltrack en het wonderschone “Red Kite” staat er van de eerste ook een instrumentale versie op. Denk aan een combi van Hood, New Order, Windsor For The Derby, Rachel’s en The Go-Betweens. Nu maar hopen dat we voor het Nederlands elftal niet snel naar deze muziek grijpen, ook al is het van deze uitzonderlijke klasse!
Kijk/luister Online bij YouTube:
Official World Cup Theme 2010door Jan Willem Broek
[cd, Staubgold/Konkurrent]
Het elektronische duo Klangwart is in 1996 opgericht door Markus Detmer en Timo Reuber in Keulen, het Duitse walhalla van de innovatieve elektronica waar ook een band als Pluramon groot is geworden. Door de jaren heen hebben ze een handvol releases uitgebracht, waarop ze zich weten te onderscheiden met een eigen muziektaal. Deze bestaat uit improvisaties waarbij ze zich hebben laten inspireren door zowel de krautrock en minimal music als door de Duitse elektroscene uit de jaren negentig. Ze noemen zichzelf ook het liefst “muziekwerkers” dan wel “geluidsverkenners”, omdat ze iets anders willen brengen dan het gangbare. In eerste instantie geven ze dat alles ook op hun eigen Klangstelle label uit. Markus Detmer houdt er inmiddels al jaren het prestigieuze label Staubgold op na en is een gevierd DJ. Timo Reuber is als Reuber ook een niet te missen artiest. De nieuwe cd Sommer (zomer) is dan net als de voorganger uitgebracht op datzelfde Staubgold. Ze kregen nu spontaan het idee dat ze na zoveel jaren samen te hebben gewerkt eens iets speciaals moesten brengen. Dat is deze zomerse compilatie van archiefmateriaal geworden. Voorwaarde is ook dat het een zwoel overzicht zou worden van zeldzame compilatietracks, remixen en onuitgebracht materiaal. Welnu, ik kan je vertellen dat ze daar met vlag en wimpel in geslaagd zijn. De 7 nummers, die net over de 40 minuten klokken, zijn van als een zwoele zomernacht vol intrigerende gebeurtenissen. Het beste van hun kunnen wordt hier naar boven gehaald. Of het nu collaboraties met Philippe Petit, Christof Kugel en Nufa of gewoon andersoortige nummers betreft, alles weet je onder te dompelen in een unieke ambiance. Pak uw witbier maar uit de koelkast en leun lekker achterover om betoverd te worden. Klangwart is en blijft een klasse apart.
Luister Online bij Myspace:
Wellenbad / Hitzefrei (with Philippe Petit)door Jan Willem Broek
[cd, Radio Khartoum]
De naam Cavil zie ik al jaren op diverse compilaties voorbij komen. De eerste keer, weet ik nu van de bio, moet al in 1998 geweest zijn op de Vespertine compilatie An Evening In The Company Of The Vespertine. Iedereen die dat label kent, weet dat de muziek van Cavil niet van de vrolijke maar melancholische soort zal zijn. Het soloproject van de Britse (Leeds) muzikant Gareth Cavill (inderdaad met dubbel l), brengt in 2002 het stemmige debuut met de cynische titel Laughing In The Morning uit. Nu, acht jaar later, komt er los van diverse compilatiebijdragen en een gastoptreden bij Laudanum eindelijk nieuw werk van zijn hand. Zijn tweede album Mares’ Tails staat vol met eigen geschreven en gespeelde nummers, hetgeen ook past bij de desolate sfeer. Met zijn getourmenteerde zang en akoestische gitaar legt hij de basis voor zijn droefgeestige sound die ergens tussen folk en singer-songwritermuziek uitkomt. Het lijkt allemaal recht uit het hart te komen, waardoor de muziek een behoorlijke impact heeft. Hij leukt het geheel her en der op met piano, klokkenspel, drums, strijkers en een enkele noisy gitaargeluid. Zijn muziek buigt soms op subtiele wijze af richting de jazz, filmmuziek, wave en indierock. Maar voor het grootste deel is gewoonweg genieten van en wegdromen op deze nachtelijke, sfeervolle en vooral breekbare en ingetogen pracht vol akoestische songs met uit het leven gegrepen teksten. Denk ter referentie aan At Swim Two Birds, Montgolfier Brothers, Mark Kozelek, Hood, Dakota Suite, David Sylvian en een akoestische Tindersticks. Een wonderschone baken van rust in deze hectische tijd. Een overpeinsplaatje.
Luister Online:
Mares’ Tail (album)door Jan Willem Broek
[cd, The Newloud/Five Roses]
Sommige muziek redt het puur op enthousiasme, inzet en creativiteit. Ik denk dat als ik sec genomen de elementen van de Amerikaanse band The Newloud zoals her en der beschreven bij elkaar optel, ik er niet direct iets aan zou vinden. Hoekige keyboardriedeltjes, opgefokte gitaren en drums die samen met de schreeuwerige zang punky ietwat puberale elektropopliedjes vormen. Maar gelukkig is niets zo zwart-wit op hun debuut Measures Melt. Shane Olivo (gitaar, zang), Jessi Nakles (keyboard, zang) en Radish Beet (drums, zang) presenteren zich als een uiterst energiek en innovatief drietal. Ze hebben lekker opgefokte, moddervette beats met stevig gitaarwerk en atmosferische elektronica waarbij de wisselende en soms samenzang van de mannen en vrouw (Jessi) zeer pakkend weten uit te pakken. De muziek gaat met de snelheid en wendbaarheid van een achtbaan. Daarbij smeden ze stijlen als shoegazermuziek, new wave, punk, indie, elektro, dance, pop en noise aaneen tot één smakelijk, overdonderend en “in your face” geheel. Geen seconde krijg je de tijd af te vragen of dit wel goed is, omdat het je gewoon meesleept of beter meesleurt. Blijkt de productie naast Shane ook nog eens in de prima handen van Mark Trombino (Drive Like Jehu, Jimmy Eat World, Rilo Kiley) te liggen. Ook al verbieden ze het in de geweldige track “Don’t Stop”, met je toch vooral denken aan een dynamische en dansbare mix van Trans Am, My Bloody Valentine, Pop Will Eat Itself, Pixies, Athlete, Bloc Party, Duran Duran, Blondie, Zea en Au Revoir Simone. Een spetterende sensatie!
Luister Online bij Myspace:
Wrapped In Plastic / Secrets / Don’t Dancedoor Jan Willem Broek
[cd, Franka De Mille]
Tegenwoordig krijg ik via Myspace nogal eens het dringende verzoek naar een bepaalde band te luisteren. Als het me interessant lijkt, wil ik dat nog wel eens doen. Eigenlijk ben ik gewoon een goed mens. Het is natuurlijk allemaal eigen belang, want je komt zo nog wel eens iets bijzonders tegen. Dat is zeker het geval bij Franka De Mille. Van het één komt het ander en nu heb ik haar debuut cd Bridge The Roads in mijn handen en de muziek op mijn oren. Wat meteen opvalt is het uitstekende geluid en evenzo productie, de goed verzorgde artwork en de vele gasten die eraan mee hebben gewerkt. Opvallend omdat het een geheel in eigen beheer gemaakte en uitgegeven product betreft, maar dus met de kenmerken van een kwaliteitslabel. Gelukkig is de muziek al net van zo’n hoog niveau. Franka, die als kind tussen Canada en het Europese continent pendelt en uiteindelijk in Londen terecht komt, blijkt een begenadigd singer-songwriter. Al haar ervaringen uit haar jeugd, vaak ook veel minder leuke, weet ze om te zetten in wonderschone muziek. Ze heeft alle nummers zelf geschreven en zingt alles op fraaie wijze aan elkaar met haar breekbare, duidelijk gearticuleerde heldere stem. Het merendeel is in het Engels, maar er zit ook een enkel Franstalig stuk tussen. Voor de (strijk)arrangementen en instrumentale invulling maakt ze gebruik maar liefst 9 gasten, die haar muziek prachtig inkleuren met gitaar, piano, keyboards, bas, cello, viool, contrabas, accordeon, drums en bongo’s. De muziek houdt het prettige midden tussen singer-songwritermuziek, folk en klassiek aangedikt met rock-, soul- en jazzelementen. Het voornamelijk akoestische geheel is uiterst melancholisch en gevoelig, zodat het diepe snaren weet te raken. Daarnaast is het gewoonweg bloedstollend mooi. Namen ter vergelijking die me zo te binnen schieten zijn Louisa John-Krol, Natalie Merchant, Loreena McKennit, Fairport Convention, Dirty Three en Sting. Ja en dan kun je enkel concluderen dat je (zelf opgedolven) goud in hand hebt van een nieuwe ster aan het firmament.
Luister:


door Jan Willem Broek
[cd, Type/Konkurrent/Boomkat]
Het regent de laatste tijd sterke releases op het Type label. Ik heb de ene nog niet verwerkt of de volgende valt alweer op de mat. Ditmaal de cd Porcelain Opera van Rene Hell. En het is inderdaad niet een echte naam, maar een alias van Jeff Witscher die er eveneens aliassen als Abelar Scout, Impregnable, Marble Sky en Secret Abuse en groepen als Black Chastity, Cruel Face, Deep Jew, Foot Village, Forbidden Fuck, Greater Saga, Rainbow Blanket, Roman Torment, Trash Dog en Without Belonging op nahoudt. Hierdoor krijgt hij haast een cultstatus. Met Rene Hell verkent hij de ruimte met allerlei synthesizergeluiden. Het is alsof hij je meeneemt op een wonderlijke ruimtevlucht waar je in meteorietregens, gaswolken en allerlei andere veelal duistere en spookachtige elementen terecht komt. De analoge apparatuur draait op volle toeren en levert zowel repetitieve en percussieachtige klanken als spacy geluiden, drones, zachte techno, motorik ritmes en minder definieerbaar geluid op. Het is allemaal delicaat in elkaar geknutseld, maar een porseleinen opera wordt het niet echt. Pure nostalgie en modernismen wisselen elkaar voortdurend af. Voor je het weet is de trip alweer voorbij, want als ik dan toch iets te zeuren mag hebben is 34 minuten wel aan de korte kant. Denk aan een bevreemdende mix van Yellow Swans, Suicide, Kraftwerk, Cluster, Klaus Schulze, Emeralds en Tortoise. Dat klinkt toch als muziek in je oren? Sterk album!
Luister Online:
Porcelain Opera (album)door Jan Willem Broek
[cd, Karaoke Kalk/Konkurrent]
De Fransman Gilles Weinzaepflen verschuilt zich liever achter zijn alias Toog om totaal eigenzinnige muziek te maken. Overigens met zo’n naam is het voor iedereen eigenlijk beter om een alias te nemen. Voor zijn nieuwste, volgens mij zesde cd met het anagram Goto als titel is de fanatieke muzikant, dichter, regisseur en blogger zo’n 10 jaar bezig geweest met schaven, schuren en sleutelen. Het resultaat mag er dan ook wezen. Hij schept een uniek en totaal bevreemdend muzikaal universum waarin vele stijlen, genres en tijden verenigd worden. Hij begeeft zich aan de rand van de popmuziek en schudt daar net zo gemaklelijk de hand met avant-garde, krautrock, speelgoed- en pianomuziek als muziek met Barokke elementen, funk, chansons en neoklassiek. De hoofdmoot vormt hij echter met zijn meer dan beklijvende bitterzoete elektronica met zachte uptempo beats, zwoele of spookachtige zang in het Frans en Engels al dan niet door gasten ingevuld en diverse bijzondere aanvullingen met onder meer samples, veldopnames, akoestische en elektrische gitaren en/of speelgoedinstrumenten. Hij krijgt daarbij onder meer steun van David Fenech en Michel Gondry. De nummers zijn behoorlijk spacy en dromerig, maar blijven goed te volgen en concreet. Hij zet een haast buitenaards intieme en nostalgische sfeer neer die je weet te betoveren. Dit lastig te classificeren geheel komt ergens uit tussen Miossec, Jean-Michel Jarre, 10cc, Momus, Day One, Tarwater, F.S. Blumm, Gayngs, Dominique A, Stereolab, Air en Klimperei. Heel bijzonder en dat bedoeld op een zeer positieve manier. Overigens ook heel bijzonder (geestig) is zijn bio op zijn Myspace, maar dat terzijde. Dit is een cd van een uitzonderlijke klasse, vol hartverwarmende, charmante en ontwapende pracht.
Luister Online:
Goto (album)door Jan Willem Broek