Ja, als we de smaak te pakken hebben laten we ook niet los! In afwachting van minstens nog twee besprekingen van Metalliclassix ging Bas Ickenroth op zoek naar het momente suprème van Cliff Burton en de leegte die na zijn dood door de muziek van de groep waart.
Wat als? Wat als Cliff niet onder de tourbus terecht was gekomen? Of zoals Sunn o))) zegt: I Dream of Lars Ulrich Being Thrown Through the Bus Window Instead of My Mystikal Master Kliff Burton. Nu wens ik die vervelende dwerg dat ook weer niet toe (zou hij trouwens de humor van die titel kunnen inzien?), maar het zegt wel wat over de mythe Cliff Burton, de nogal onmetalen bassist van de grootste metalband ter wereld. Die mythe begon natuurlijk al bij ‘(Anesthesia) Pulling Teeth’, de surrealistische, vervormde bassolo voor ‘Whiplash’ op Kill ‘em All; midden op een nogal bleek album in melodieus opzicht, komt daar plots een hippie met bijbehorende wijde pijpen en scheiding in het midden met een scheurende maar toch hoogst melodieuze, bijkans ontroerende solo, een geluid zo vol dat de op het eind invallende Lars Ulrich totaal overbodig klinkt.
Op Ride The Lightning had je vervolgens meer een totaal bandgeluid, maar Master of Puppets is het album waar de Mystikal Master het mooist mag stralen. Het meer gedefinieerde geluid ten opzichte van Lightning maakt duidelijk dat de gitaarriffs van Jaimz nog steeds flink hakken en zagen, dat ze hoogstens wat zwaarder zijn geworden. Melodieus kun je ze echter niet echt noemen, daar had je de leads voor – ook al door James want sologitaristen kunnen geen ritme houden vond hij. De soli van Kirk waren echter ook van groot belang voor het melodiegehalte, maar de grootste peiler was – hoe ongebruikelijk en hoe onmetal – de warme basgitaar van Cliff. Met als overtreffende trap zijn eeuwige moment of glory ‘Orion’. Sluipend, op bijna geniepige wijze neemt hij de frontpositie, met het doorwaaierende intro voordat de vrij standaard zaagriff het momentum even over lijkt te nemen. Lijkt, want Cliff houdt te allen tijde de controle in handen en vingers. Zijn geluid is warm, dik, subtiel, met een nauwelijks verholen melancholie die Metallica altijd een menselijk tintje gaf – Justice is niet voor niets zo machinaal op ‘To Live is To Die’ na. In de eerste break duwt hij de gitaarmuur omver met het qua gevoel zachte, bijna subassertieve vingerwerk op de hogere bassnaren. Het is de symbolische opmaat naar het klaaglijke middenstuk; Cliff speelt zijn hoogst melodieuze loopje zittend in zijn luie stoel in de Metallica-oefenruimte, een been over de leuning, relaxed maar tegelijkertijd bedroefd, alsof hij weet wat over enkele maanden komen gaat. Toch, ook de aanvaarding van zijn lot lijkt er doorheen te komen. De gitaren mogen daarna over de bas heen huilen met lange halen, maar zijn niet meer dan een ondersteuning van Cliffs emotie. Na de obligate maar wel fantastisch mooie gitaarsolo komt hij na de neerwaartse modulatie nog eens terug en soleert alsof hij nog een laatste statement moet maken: zonder mij zal Metallica nooit meer dezelfde zijn. Die korte solo op 6’35” herbergt zoveel gevoel en raffinement dat het alle andere soli op Puppets overbodig maakt – en Kirk was in topvorm toentertijd. Zagend gaat het vervolgens naar het einde, maar de verwondering blijft: hoe kan zo een mooi, onmetal-achtig geluid zo goed passen op zo een puur metalen album? Totaal origineel ook: niet alleen maar gezichtloos de riffs ondersteunend, ook niet klepperend en plukkend a la Steve Harris van Iron Maiden; nee, een geheel eigen entiteit, verheven boven genre en bijbehorende beperkingen. Een schijnbare einzelgänger, maar wel volledig geaccepteerd en ondersteund door opperhoofd Hetfield; een eenheid die nodig bleek om het narcistje in Lars in bedwang te houden. Zijn geest waarde nog even door in de garage van Garage Days Re-Revisited; gelijk het laatste studiowerk van Metallica met een hoorbare basgitaar.
Jason Newsted mocht hem opvolgen, maar kreeg nooit de kans die hij wel verdiende op basis van zijn Flotsam & Jetsam werk. Jason diende wellicht schoenen te passen die niet te vullen waren, maar hij heeft ze achteraf gezien ook nooit opgeëist; waar Cliff automatisch respect kreeg door zijn aanwezigheid – zie de video in het artikel van Hiram, die presence op het podium – moest Jason bedelen en heeft hij ergens aan de zijkant genoegen genomen met een kleine bijrol. Ongelooflijk dat hij dat al die jaren heeft geaccepteerd; Cliff zou het nooit hebben goedgekeurd, een blik naar James zou al genoeg zijn geweest om Jason volledig toe te laten om met elkaar een soortgelijk front richting het Deense rijkeluiskindje te vormen. Dat dit nooit gebeurd is maakt de “wat als?” vraag alleen maar schrijnender.
Door Bas Ickenroth
"verheven boven genre en bijbehorende beperkingen"
Bracht Burton niet gewoon de stijl van bassen van rond 1970 (Jimi Hendrix Experience, Black Sabbath, Deep Purple) mee naar de thrash metal?
Misschien jammer dat Scott Breeder niet de vervanger van Newsted is geworden, dat is toch iemand die ook in die traditie staat. Maar ja, was hij tussen de ego's van Hetfield en Ulrich gekomen?
Geplaatst door: Martijn | 18 november 2008 om 10:16
wellicht wel, maar zo'n droge observatie doet natuurlijk geen eer aan de mythevorming, dus ik kan hem toch niet onderschrijven ;-)
scott reeder vind ik dan wel weer een typische stonerrock bassist, niet op de maat genoeg voor metal. was nooit goed gegaan met lars, muzikaal.
Geplaatst door: bas | 18 november 2008 om 21:04
Daar heb je een punt.
Geplaatst door: Martijn | 19 november 2008 om 08:38