Een stukje ruiger en afwisselender dan de vorige tien.
The Faint - Danse Macabre (Saddle Creek, 2001)
Marilyn Manson en Rammstein hadden er de meeste succes mee, maar The Faint deed het het beste: overstuurde synths koppelen aan stamphardrock. Het is muziek met een sterke Less Than Zero-vibe: jaren tachtig, koud, duister, decadent. Heel Amerikaans ook: het is muziek die zich afspeelt in hippe clubs in oud fabrieken, maar de cheeseburger of hotdog is nooit meer dan een korte autorit weg. Het blijft toch een band van tussen de eeuwige maïsvelden van Nebraska.
The Dillinger Escape Plan - Ire Works (Relapse, 2007)
Mathcore is heel interessant en knap allemaal, maar ik heb liever muziek waar ik van kan genieten dan die ik bewonder. Dillinger Escape Plan vond ik dan ook pas interessant worden vanaf de EP met Mike Patton. Op opvolgers Miss Machine en Ire Works wist de band vervolgens steeds beter invloeden als Justin Timberlake, Nine Inch Nails en vooral Faith No More in het gefreak te mengen. Met als voorlopig hoogtepunt de drie afsluitende nummers van Ire Works.
The Eighties Matchbox B-Line Disaster - Hörse of the Dög (No Death, 2002)
De meest Amerikaanse klinkende Britse band sinds The Rolling Stones. De plaat veroorzaakte bij uitkomen een klein hypeje, maar de mix van The Cramps, The Stooges en The Doors met als middelpunt de zo uit de cast van Gummo weggelopen zanger Guy McKnight bleek toch minder geschikt voor massaconsumptie. Voor wie zijn rock het liefst zwaar groovend en enigszins chaotisch heeft, verscheen er echter in 2002 geen betere plaat.
Mark Lanegan Band - Bubblegum (Beggars Banquet, 2004)
Gootromantiek van de grootmeester zelf. Mark Lanegan, de man die de podiumuitstraling van een zoutpilaar combineert met een stem als die uit het brandend braambos weet hier ook een plaat te maken monumentaal duister als het Oude Testament zelf. Hij heeft daarvoor dan ook een allstarcast tot zijn beschikking – Josh Homme! Izzy Stradlin'! (sinds Chinese Democracy weten we hoe goed hij is), PJ Harvey! Chris Goss! – die zorgt voor een perfecte afwisseling tussen de morfineballades en amfetaminerockers. En juist die afwisseling is waar het bij andere Laneganplaten nog wel eens aan ontbrak of ontbreekt.
Arctic Monkeys - Whatever People Say I Am, That's What I'm Not (Domino, 2006)
Die sneer van Alex Turner, hè. Zo hoort een rockzanger te klinken. Bij herbeluistering valt verder de gelijkenis met The Hives op: dezelfde staccato schrapende gitaren, dezelfde soort koortjes, dezelfde opgefokte tempo's. Dezelfde voorliefde ook voor Scott Walkerpop. Alleen blijkt daar het kwaliteitsverschil: waar The Hives op hun bek gaan als ze zich daaraan wagen, is het juist waarin Turner de laatste jaren excelleert. Op het debuut is daar al wel iets van te horen, maar het is toch nog vooral jongehondenrock wat de klok slaat, zoals het hoort op een debuut.
Lost Sounds - Lost Sounds (In The Red, 2004)
"These things they put inside me, you know they make me nervous." "They keep giving me dirty looks everywhere." "Mechanical feelings driving me insane / Metallic bones human muscles cause pain." Deze laatste plaat van Lost Sounds lijkt gemaakt te zijn uit het oogpunt van een schizofreen die denkt dat hij in een robot veranderd wordt. Jay Reatard en Alicja Trout lieten zich inspireren door black metal, no wave en garage punk tot de best dansbare waanzin sinds The Birthday Party. Reatard en Trout kregen vervolgens ruzie, met als gevolg een concert in Waterfront waarbij de kilheid van de muziek ook van het podium afspatte. Einde band. Reatard maakte vervolgens een commercieel poppunkplaatje waarmee hij beroemd werd.
The White Stripes - Elephant (XL, 2003)
De olifant op deze plaat heet Seven Nation Army. Dé riff van de noughties drukt de rest van de plaat weg uit het geheugen. Terwijl er nog genoeg andere hoogtepunten op staan: Girl, You Have No Faith in Medicine, The Hardest Button to Button, Hypnotize, Ball and Biscuit. Jack White laat op Elephant wel zijn garagepretenties varen en ontpopt zich vooral als hardrocker met de blues pur sang, een koers die hij sindsdien heeft volgehouden. De speelsere nummers vallen dan ook tegen in vergelijking met de voorganger.
De Kift - 7 (V2, 2006)
Langzamerhand verdwenen de verhalende stukken van de platen van De Kift. Op 7 is die ontwikkeling compleet; dit is een verzameling liedjes. Dat maakt het een plaat die vaker is her te beluisteren dan eerdere platen. Wel sluipt er daardoor ook iets van een conventioneel folkrockelement in de muziek, waardoor het niet de meest spannende of beste Kiftplaat is. Maar wel bijna, want wie niemand houdt het droog bij superieure smartlappen als 5, Talisman of Goud.
The Haunted - Versus (Century Media, 2008)
Waarschijnlijk de meest geïmiteerde band van de jaren nul is het Gothenburgse At The Gates. Hele hordes boze Amerikaanse sportschooljongens met veel tatoeages vullen hun platen met riffs gestolen van Anders Björler. Alleen is die zelf niet stil blijven zitten en heeft met zijn nieuwe band The Haunted een aantal platen gemaakt waaraan de imitators hun tanden op stuk kunnen bijten. De meest recente daarvan is Versus. Met dank ook aan mederiffschrijver Jensen en zanger Peter Dolving, die laat invoelen waarom hij boos of desperaat is, in plaats van maar wat in de wilde weg te schreeuwen uit stoerheid.
Nick Cave And The Bad Seeds - No More Shall We Part (Mute, 2001)
De muzikale carrière van Nick Cave begon dit decennium een dalende lijn te vertonen. Niet dramatisch snel, maar toch duidelijk merkbaar; in een top 50 van de jaren tachtig en negentig zouden al zijn platen voorkomen, waarvan meerdere in de top 10. Nu is dit de één na hoogste notering. Vooral een eindeloze reeks inwisselbare pianoballads werkt tegen Cave. Met The Ship Song heeft hij eigenlijk al zijn definitieve statement in dat genre gemaakt; daar komt hij nooit meer overheen. Maar als hij en de topmuzikanten in The Bad Seeds los gaan, dan wil het nog wel resultaten opleveren als The Sorrowful Wife, Oh My Lord en Fifteen Feet of Pure White Snow. En zo kom je dan toch nog in de top 50.
Gij blijft me verbazen...Als iemand me op straat zou vragen, wat heel vreemd zou zijn, waar jij van houdt dan was ik op heel andere muziek (met knoken, schedels en bloed) uitgekomen. Maar leuk derhalve deze serie...
Geplaatst door: Jan Willem | 19 oktober 2009 om 01:55
Dat is iets heel typisch: als je ook naar extreme metal luistert, dan wordt vaak meteen gedacht dat je daar alleen naar luistert of dat het je absoluut favoriete muziek is.
Geplaatst door: Martijn | 19 oktober 2009 om 10:35
Ja maar ook door de discussies op het forum waar toch vaak als je je ergens in mengt het een metal aangelegenheid is....maar dat is bij velen zo. Zelfs bij de weeklijsten slaat het altijd binnen een aantal replies om in metal en aanverwanten opmerkingen \m/
Geplaatst door: Jan Willem | 20 oktober 2009 om 11:40
en terecht natuurlijk, jw ;-)
wat betreft the haunted blijf ik toch een grotere aanhanger van the dead eye, die gelaagder en subtieler is, minder met de botte bijl hakt. die laatste is me persoonlijk wat te lomp, omdat ik weet dat ze eigenlijk beter kunnen.
Geplaatst door: bas | 20 oktober 2009 om 12:12
The Dead Eye is me juist iets te gelaagd. De direct kracht is er daardoor een beetje uit.
[email protected] schreef:
Geplaatst door: Martijn ter Haar | 20 oktober 2009 om 19:18